Danny Weber
17:17 26-12-2025
© A. Krivonosov
Door AI-vraag stijgen DDR5-prijzen snel. Makers bouwen zelf modules met lege boards en losse chips; kosten circa $150. Uitleg aanpak, risico’s en haalbaarheid.
Stijgende DDR5-prijzen dwingen sommige pc-bouwers naar onconventionele oplossingen te kijken. Doordat de vraag vanuit AI-servers en datacenters op volle toeren draait—en analisten verwachten dat dit tot en met 2027 aanhoudt—raakt een upgrade van een gewone desktop stap voor stap minder haalbaar. Het voelt als een logische uitlaatklep dat de blik dan verschuift naar alternatieve routes.
Als reactie is een golf van enthousiastelingen hun eigen DDR5-modules gaan samenstellen. Het idee is niet helemaal nieuw: modders experimenteren al langer met videogeheugen door chips op grafische kaarten te vervangen. Nu wordt dezelfde aanpak toegepast op het systeemgeheugen, met lege DDR5-printplaten, losse geheugen-IC’s en met de hand gebouwde modules.
Volgens Pro Hi-Tech zijn de benodigde onderdelen makkelijker te vinden dan velen denken. Chinese fabrikanten bieden gebruiksklare DDR5-boards aan, wat de instapdrempel verlaagt. De pijnpunten liggen elders: de chips met precisie solderen en vervolgens valideren dat de module stabiel draait.
De kosten van onderdelen voor een zelfgebouwde 16GB-DDR5-module worden geschat op zo’n 150 dollar, duidelijk onder de prijs van merksets. Ter vergelijking: een 16GB-DDR5-stick op 5600 MHz in de winkel kan rond de 190 dollar liggen, en bij bulkbestellingen kan dat prijsverschil nog verder oplopen.
Deze route is natuurlijk niet voor iedereen. Het vergt ervaring, gespecialiseerd gereedschap en de bereidheid om risico’s te nemen—van mogelijke instabiliteit tot het ontbreken van elke garantie. Toch zegt de toenemende belangstelling voor doe-het-zelfgeheugen veel: gebruikers zijn de hoge prijzen en de aanhoudende DDR5-schaarste zat. Het zal de markt niet van de ene op de andere dag omgooien, maar het is wel een duidelijk signaal—en of de trend doorzet, hangt af van hoelang de krapte aanhoudt.