Hoe Amazon met robotsystemen magazijnen automatiseert en banen schrapt tegen 2033

Amazon voert zijn brede automatiseringsstrategie op en is, schrijft The New York Times, van plan in de komende tien jaar meer dan 600.000 banen in de Verenigde Staten te vervangen door robotsystemen. Interne documenten en bedrijfsbronnen geven aan dat Amazon tegen 2033 het grootste deel van de magazijn- en logistieke activiteiten wil automatiseren, terwijl de verkoop in diezelfde periode naar verwachting verdubbelt. De ambitie staat buiten kijf; het tempo is opvallend hoog voor een onderneming van dit formaat.

Volgens het rapport wil het bedrijf tegen 2027 ongeveer 160.000 functies schrappen via de inzet van robotsystemen, en tegen het einde van het decennium zou automatisering tot 75% van alle interne processen kunnen beslaan. Analisten schatten dat elke geautomatiseerde handeling Amazon circa 30 cent per artikel bespaart, wat tussen 2025 en 2027 kan oplopen tot ongeveer 12,6 miljard dollar aan besparingen. De rekensom is ontnuchterend en verklaart de drang om vaart te maken.

Intern wordt ondertussen nagedacht over manieren om de publieke weerstand te temperen. Amazon is van plan woorden als ‘robots’, ‘automatisering’ of ‘kunstmatige intelligentie’ te mijden en kiest liever voor neutralere termen als ‘geavanceerde technologieën’. Bepaalde systemen zullen worden gepresenteerd als zogenoemde collaboratieve robots: machines die naast mensen werken in plaats van hen direct te vervangen. Die woordkeuze verraadt een behoedzame poging om personeel gerust te stellen, terwijl de koerswijziging onder de motorkap groot blijft.

Als reactie op het lek lieten Amazon‑woordvoerders weten dat de gepubliceerde cijfers het volledige beeld niet weergeven en niet als officieel plan moeten worden opgevat. Toch waarschuwen experts — onder wie Nobelprijswinnaar Daron Acemoglu — dat het bedrijf, mocht het slagen, als grootste werkgever van de Verenigde Staten kan verschuiven van banenmotor naar aanjager van grootschalige technologische werkloosheid. De inzet is dus breder dan operationeel: het raakt ook de sociale ruggengraat die op deze banen steunt.