MacBook Pro M5 versus M4: snelle benchmarks, kleine winst in dagelijks gebruik

Synthetische benchmarks voor de nieuwe MacBook Pro-modellen met M4- en M5-chips zijn onmiskenbaar indrukwekkend, maar in het dagelijks werk is het verschil amper te voelen. Apple beloofde een revolutionaire sprong in prestaties, toch zal overstappen op de M5 naar alle waarschijnlijkheid de verwachtingen van de meeste gebruikers niet waarmaken.

Apple positioneert de M5 als een forse upgrade: hij is gebouwd op een derde generatie 3‑nm-procedé, heeft een 10‑core‑architectuur met een verbeterde grafische processor, een nieuwe neural engine en verhoogt de geheugenbandbreedte naar 153 GB/s. Het bedrijf stelt dat de grafische prestaties 45% hoger liggen en dat de GPU‑rekenkracht meer dan vier keer zo hoog is vergeleken met de M4.

Tests staven dat beeld. In de Blackmagic Disk Speed Test haalde de M5 een SSD‑schrijfsnelheid van 6,440 MB/s en een leessnelheid van 6,725 MB/s, terwijl de M4 niet verder kwam dan 3,265 en 2,904 MB/s. In Geekbench AI scoorde de nieuwe processor 23,628 punten tegenover 11,616 voor de M4, en in 3DMark Solar Bay Extreme steeg de framerate met grofweg 50%.

Toch verbleken die blikvangers in de praktijk. Macworld-journalist John Brandon liet beide laptops echte taken uitvoeren—foto’s exporteren, werken in GarageBand en een Blender-render. Het verschil bleef klein: het exporteren van 562 foto’s duurde 66 seconden op de M4 en 56 seconden op de M5, en een veeleisende Blender 3D-render was respectievelijk na 595 en 585 seconden klaar.

Kortom, zelfs bij zware workloads bespaart de nieuwe MacBook Pro slechts zo’n 9–10 seconden. Voor de meesten is dat nauwelijks een reden om duizenden dollars aan een upgrade uit te geven. Apple scherpt zijn chips duidelijk verder aan, maar in dagelijks gebruik voelt de M5 eerder als een cosmetische opfrisbeurt dan als een stap richting de toekomst.