Apple breidt satellietfuncties uit: iPhone 18 met 5G NTN en navigatie via Apple Maps zonder bereik
Apple werkt aan satellietnavigatie in Apple Maps, 5G NTN op iPhone 18 en betere verbinding op iPhone en Watch. Globalstar-upgrades maken het mogelijk.
Apple werkt aan satellietnavigatie in Apple Maps, 5G NTN op iPhone 18 en betere verbinding op iPhone en Watch. Globalstar-upgrades maken het mogelijk.
© A. Krivonosov
Apple breidt gestaag de satellietfuncties over zijn apparaten uit en zet een langetermijnpad uit dat zowel iPhone als Apple Watch omvat. Volgens Mark Gurman heeft het bedrijf al uitgestippeld waar deze technologie naartoe moet, maar de uitvoering hangt af van een forse upgrade van het satellietnetwerk van Globalstar.
Een van de meest ambitieuze trajecten is kaartnavigatie via satelliet. Het idee is dat iPhone- en Apple Watch-gebruikers Apple Maps kunnen gebruiken zonder mobiel bereik, zodat navigeren ook lukt waar providers geen dekking bieden. Tegelijkertijd bouwt Apple een API waarmee externe ontwikkelaars satellietfuncties op hun eigen tempo in apps kunnen inbouwen, zonder te wachten totdat Apple elk usecase zelf implementeert.
Een ander doel is het wegnemen van de noodzaak om een telefoon fysiek naar de lucht te richten voor verbinding. Apple wil dat apparaten automatisch satellieten oppikken—zelfs binnenshuis of wanneer de telefoon in een broekzak zit. Lukt dat, dan voelt connectiviteit via de ruimte minder als een noodgreep en meer als een onopvallende veiligheidslaag; precies de stap die deze technologie nodig heeft om vanzelfsprekend te worden.
De iPhone 18 moet een grote stap markeren met ondersteuning voor 5G NTN (Non-Terrestrial Networks). Deze aanpak laat providers rechtstreeks inhaken op satellieten, waardoor de dekking breder wordt en witte vlekken slinken. In de praktijk kan dat de stabiliteit van verbindingen versterken, de betrouwbaarheid van gesprekken verbeteren en noodcommunicatie in afgelegen gebieden of tijdens crises robuuster maken.
Apple verkent bovendien het versturen van foto’s via een satellietverbinding, dus niet alleen tekstberichten. Satellietfuncties verschenen voor het eerst bij de iPhone 14 en zijn sindsdien verder ontwikkeld, al is er intern geen perfecte eensgezindheid. Omdat satellietconnectiviteit traditioneel het domein van providers is, zorgt Apple’s diepere stap op dit terrein voor discussie binnen het bedrijf—een frictiepunt dat niet verbaast.
Hoewel functies via de ruimte niet de meest opzichtigere updates zijn voor het grote publiek, hebben ze de koers van de industrie al verlegd. De dienst van Apple hielp in kritieke situaties en kreeg de eer levens te hebben gered. Nu wil het bedrijf de technologie robuuster, breder beschikbaar en eenvoudiger in gebruik maken. Dat is goed nieuws voor consumenten én voor Apple—en het lijkt onwaarschijnlijk dat andere fabrikanten deze verschuiving nog lang aan zich voorbij laten gaan.