Wereldwijde datacenters buiten veilige klimaatbandbreedte

Uit een nieuwe analyse blijkt dat bijna 7.000 van de 8.808 actieve datacenters wereldwijd zich in klimaatzones bevinden die buiten de aanbevolen bedrijfsomstandigheden vallen. Rest of World vergeleek hun locaties met meerjarige klimaatstatistieken en de richtlijnen van ASHRAE, dat adviseert de inlaatlucht voor servers tussen 18 en 27 graden Celsius te houden voor een efficiënte werking.

Het beeld is weinig geruststellend: het overgrote deel van de faciliteiten ligt buiten die bandbreedte. De meeste staan in koudere regio’s, waar oververhitting minder acuut is maar de risico’s rond luchtvochtigheid en condens juist toenemen. Ongeveer 600 sites—minder dan 10 procent van het totaal—opereren in gebieden met gemiddelde temperaturen boven 27 graden Celsius, waardoor koeling een voortdurende en kostbare opgave wordt. In 21 landen bevindt elk actief datacenter zich in zones die ASHRAE als te warm bestempelt.

Branche-experts stellen dat klimaatoverwegingen bij de keuze van bouwlocaties steeds vaker het onderspit delven tegen economische, politieke en infrastructurele realiteit. Regels rond datalocalisatie, de expansie van clouddiensten en generatieve AI, toegang tot stroom en water, grondprijzen en fiscale prikkels zetten bedrijven ertoe aan te bouwen op plekken die verre van ideaal zijn. Kortom: beleid en balansboek wegen zwaarder dan de thermometer.

Volgens het Internationaal Energieagentschap verbruikten datacenters in 2024 ongeveer 415 terawattuur elektriciteit—circa 1,5 procent van de wereldwijde vraag—en dat cijfer zou tegen 2030 meer dan kunnen verdubbelen. Tegen de achtergrond van mondiale opwarming waarschuwen analisten dat extreme hitte tegen 2040 twee derde van de grootste datacenters ernstig kan treffen, met een bijzondere kwetsbaarheid in de regio Azië-Pacific en het Midden-Oosten. De trend schetst een sector die zich op groei voorbereidt en tegelijk een klimaat tegemoet treedt dat steeds minder vergevingsgezind is.