AMD heeft officieel nieuwe processorreeksen onthuld: Ryzen 10 en Ryzen 100 — in wezen heruitgaven van bestaande modellen op de Zen3+- en Zen2-architectuur. De opfrisbeurt moet de soms rommelige naamgeving recht trekken door laptops en desktops onder één merk met nieuwe indices te brengen, al is het risico op extra verwarring moeilijk te negeren.
De Ryzen 10-serie richt zich op betaalbare apparaten zoals Chromebooks en instaplaptops. Deze chips zijn gebaseerd op Zen2 (Mendocino) en hebben geïntegreerde Radeon 610M-graphics. Zo zijn de Ryzen 3 30 en Ryzen 3 40 quadcore-varianten met ondersteuning voor LPDDR5-geheugen en een grafische oplossing met twee compute units.
Daartegenover staat de Ryzen 100-familie, gebouwd op Zen3+ (Rembrandt) en bedoeld voor mainstream-apparaten. Het vlaggenschip, de Ryzen 7 170, positioneert zich tussen de Ryzen 7 6800U en 6800H. Het gaat om een achtcoreprocessor met 16 threads, een TDP van 28 watt en Radeon 680M-graphics. In de reeks zitten ook de Ryzen 5 150, Ryzen 5 160 en Ryzen 7 160, allemaal op hetzelfde 6 nm-procedé en voor de FP7r2-socket.
Kortom, AMD geeft oudere SKU’s een tweede leven: er veranderen vooral namen en verpakkingen, minder het silicium zelf. In de compatibiliteitsoverzichten splitst het bedrijf de line-up als volgt: mobiel — Ryzen AI 300 (Zen5), Ryzen 8000 (Zen4), Ryzen 100 (Zen3+) en Ryzen 10 (Zen2); desktop — Ryzen 9000 (Zen5), Ryzen 7000 (Zen4), Ryzen 5000 (Zen3) en Ryzen 4000 (Zen2).
Per saldo zijn Ryzen 10 en Ryzen 100 geen nieuwe architecturen: ze fungeren als brug tussen generaties en houden het aanbod breed over meerdere prijsklassen. Het is een pragmatische zet die de schappen gevuld houdt, maar van kopers wel vraagt dat ze het kleine lettertje lezen. Waarnemers merken op dat deze aanpak het naamgevingsdoolhof verdiept: naast modelnummers moet je nu ook de onderliggende architectuur bijhouden.